Bloedprikken – een ervaring

Vanochtend moest ik bloedprikken. De wachtkamer is tevens gang. Er zit een stokoude vent keihard te fluiten en met zijn stok te trommelen. Hier had ik erg veel last van. ‘Meneer Ekstein?’ vraagt de prikker. 1) fijn, ik ben aan de beurt, precies op tijd! 2) haha ‘meneer’, wat zal ik dit keer ingevuld hebben? 3 seconde erna ‘mevrouw —-‘ en mevrouw loopt naar binnen. Ik vraag ‘waarom roept u mij dan?’. Ik krijg geen inhoudelijk antwoord, maar wordt afgewimpeld met dat ik daarna ben. Ik haat het en vind er wat van dat ze het om 10 uur ’s ochtends als presteren uit te lopen. Ouwe knar gaat verder met het genereren van sensorische hel. Hij is wanhopig om een praatje en zoekt steeds oogcontact. Ik probeer mijn ogen vooral rust te gunnen van de kakofonie van kleuren, de TL-lampen en voorbij lopende mensen. Ik verplaatst 2 keer in de hoop een wat zintuigelijk vriendelijker plekje te vinden. Uiteindelijk lukt het hem dan toch. Of het op tijd gaat. ‘Ja meneer, ze werken hier op afspraak, u kunt eigenlijk niet zomaar inlopen, want covid-maatregelen, maar ik neem aan dat ze u wel even tussendoor willen helpen’. Hij begint een klaagzang over de maatregelen, terwijl hij zijn neus eens goed snuit en zijn handen daarna op alles om hem heen laat rusten. Mijn hartslag stijgt. Dan komt zijn vrouw, slap stoffen mondkapje onder de neus. Binnen no-time sta ik bloot aan een tweestemmige klaagzang over de maatregelen en de gang van zaken daar. Ik zie dat het inmiddels 10 over 10 is, terwijl ik het gemopper probeer uit te blokken. Er is nog iemand die zijn mondkapje voor de voordeur al afzet, en ik moet af en toe mensen ontwijken die ondanks dat ik in een hoekje weggekropen zit toch nog te dichtbij komen. De baby vind dit een uitgelezen moment om mijn ribben te gaan bewerken. Ik was al benauwd. ‘Mevrouw Ekstein?’ klinkt het dit keer. Ik maak een onvrijwillig vreugdesprongetje bij het opstaan en snel naar binnen. ‘Sorry dat ik u net meneer noemde’ – Oh, dat heb ik vermoedelijk zelf ingevuld. *Krekels*. We lopen de gebruikelijkheid door en ik neem plaats op De Stoel. Daar besluit mijn luchtpijp zich af te sluiten en ik doe ongemerkt wat oefeningen om het ademhalingsapparaat in goede banen te leiden. Altijd weer die afweging: ‘zeg ik dat ik autistisch ben? Dat ik het spannend vind?’ en ‘vraag ik nog naar waarom ik nou moest wachten terwijl ik op tijd was en geef ik dan ook aan waarom dit een issue is en ik me nu slecht voel?’. Geen tijd. Het gebeurd al bijna. Ze kondigt het aan, ik zeg ‘kut, oh sorry’ en adem uit, voel een kleine prik en moet dan lachen ‘pfff dat was het dan weer, hoe ouder ik word hoe lastiger ik naalden vind’. We babbelen wat over bloedonderzoek bij zwangerschap en voor ik het weet sta ik buiten. Pas in de middag realiseer ik me hoe mijn stress mijn ochtend en reacties naar familieleden heeft beïnvloed.

Ik hoop dat we in de toekomst gemakkelijker ijzerwaarden kunnen checken. Misschien moet ik maar eens bloedafname voor autisten opzoeken.

Autivisme Redactie
Autivisme Redactie
Artikelen: 29

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ga naar de inhoud